Inleiding Wetenswaardigheden Definities en uitspraken Cambodja Laos Vietnam Prikbord Foto's




Maandag 8 december: naar Luan Prabang, Laos. Op het vliegveld moest je plots 25 dollar pp bij betalen als airport tax en vervolgens kreeg ik onbeschaamd flirtgedrag van twee mannelijke paspoort-controleurs te verduren (Bas was een eindje terug en reageerde later met “TUIG, SCHOREM!!!”). Om het ze betaald te zetten kochten we een fles ananaswijn, welke het einde van de vakantie haalde en in Schrappinga werd geconsumeerd. Het vliegtuig zelf was rustig: een Fokker. In Luang Prabang (we dachten een grote stad binnen te komen, Drachten bleek groter) bezochten we wat tempels, waaronder ook een goudgekleurde liggende Boeddha van zo’n 10 meter lang, waarna we voor de gein toch even richting museum gingen (we (Kirsten bedoeld Kirsten), en aangezien Bas dus geen musea deze vakantie heeft bezocht bedoelde Kirsten “we” m.b.t. deze drie weken) bezoeken geen musea). Bij dit museum bleek de mooiste tempel van de stad te liggen: goud met groen geglitter en aan alle kanten de zogenaamde “nagars”, een soort draak/slang creatie met 1 tot 5 koppen. Ook bleek hier een traditionele dansvoorstelling te zijn. De dans was heel apart en vertelde een mythe (over een reus die per ongeluk een berg omsloeg en de held die dat wel recht wilde zetten in ruil voor de vrouw van de opdrachtgever) en met name de kleding was heel mooi. Via een grote nachtmarkt, vol met sjaaltjes, richting Mekong rivier voor het eten: spicy@#$#%@!! Hmmm (dit laatste woord heb ik dus niet bedacht!).



Foto: tempel te Luang Prabang
9 December:. Vroeg opstaan, maar ach: we waren toch al wakker in dit “this area is more quiet-hotel…”. Vandaag gingen we olifant rijden. Een van m’n algemene dingen die ik ooit nog eens wilde doen was “olifant in de jungle rijden” (daaraan nu toegevoegd: van A naar B, waarbij B ongelijk is aan A en bij B wordt afgestapt). Op dit moment loopt de discussie nog of de natuur van Laos jungle mag heten. En of jungle en oerwoud hetzelfde zijn, volgende Nederlandse definities en woordenboeken (in het Engels is oerwoud jungle…). Zie hiervoor de deelpagina ‘Definities en uitspraken’. Met een jeep reden we een half uur naar een boot en na de boottocht kwamen we bij het olifantenkamp/relaxgebied aan. Het olifantenritje was een rondje van 20 minuten door water/zand/modder en hellinkjes gebied. Zodanig gemaakt dat de olifant enkele steile meters moest dalen/stijgen, anders verwoord: we/ik zaten/zat niet erg ontspannen dit deel….daarna via een riviertje terug. De alom geprezen grot, het gat in de rotswand, viel tegen. Eenmaal terug in Luang Prabang aten we een traditionele lunch met allerlei bakjes met een aantal lekkere dingen, en een aantal spicy-zaakjes. Vervolgens door naar de maintempel Wat Xieng Thong uit 1660, door koning Setthathirat gebouwd en tot 1975 als koninglijk bezit betiteld. Dit was een van de twee tempels die bewaard is gebleven, dit omdat de leider, een voormalige monnik uit Luang Prabang, van de ‘Zwarte vlag Haw’ tijdens de aanslag in 1887 in deze tempel verbleef. ??? De daken van deze tempel lagen net boven de grond, wat deze tempel heel anders maakte dan de overige tempels. De muren waren bekleed met een druk mozaïekpatroon op een rode achtergrond en de achterkant van de tempel liet een grote mozaïeken boom zien. De overige tempel s van die dag, wel allen verschillend, maakten minder indruk. Het viel op dat alle goudgekleurde Boeddha’s weinig detail in zich hadden. De laatste tempel had allerlei gekleurde schilderijen, welke waarschijnlijk een aantal mythes uitbeelden. De uitleg van de platen stond eronder. Natuurlijk wel in een niet-te-lezen taal. Ondertussen kregen we ook mee dat het leven hier om 6 uur a.m. begint en dat om 10 uur p.m. het stil is op straat. Om 11:30 p.m. mag niet meer geserveerd worden en om 12 uur ’s nachts mag je niet meer op straat zijn.

Foto: Boeddha


10 December: per bus naar Vientiane, de hoofdstad van Laos met 234.000 inwoners. Bus in, bus uit. Keer 6: na drie uur hadden we namelijk motorpech. Geen nood, er was een monteur aan boord…onder de 7 man buspersoneel (chauffeur, kaartjescontroleur, twee sjouwers van/voor bagage, twee militairen en de monteur). In Vientiane hadden we een geweldig hotel: Frans Koloniaal (??) met een veranda voor onze kamer. Hier hebben we dan ook al onze maaltijden genuttigd. Ze kwamen het zelfs brengen.

11 December: eerst het visum weer regelen, maar ook hier was dat uitermate simpel. We stonden nu zelfs in 20 minuten weer buiten. Door naar de topattractie: de gouden stupa -geografisch praktisch - : het nationale symbool, alias het ‘Pha That Luang’. Het is een symbool voor zowel de boeddhistische religie als Laos als Soevereine staat. Deze stupa staat afgebeeld op de nationale vlag. Toen in de 16de eeuw de hoofdstad van Luang Prabrang naar Vientiane verplaatst werd, werd deze stupa gebouwd, tezamen met 4 Wats (tempels), waar er nu nog 2 van over zijn. In 1641 werd de Nederlander Gerrit van Wuysthoff van de VOC er ontvangen door koning Suriya Vongsa in een geweldige ceremonie ‘at the golden stupa’. Naast deze stupa is een nieuwe, geheel open, tempel uit 2004 met felgekleurde schilderijen van mythen. Hier hebben we meer foto’s gemaakt dan van de, ook zeer mooie, golden stupa. Vervolgens naar de Arc de Triomf alias ‘Patuxai’, wat letterlijk boog/triomf betekend. Geconstrueerd met cement uit 1960 dat eigenlijk voor een vliegveld bestemd was. Vandaar dat het ook wel de verticale landingsbaan word genoemd. Naar Talat Sao, een zeer grote markt met tweede verdieping, gesorteerd naar onderwerp met o.a. Lao-klederdracht. En naar That Dam, de oudste stupa in Vientiane: een grijs/zwarte steen, ooit bedekt met goud (ligt nu waarschijnlijk op een Thais paleis), nu met mos. Vervolgens gingen we door naar het presidental palace, waar je niet in mocht, en naar Wat Si Saket en nog een stel anders watjes en thatjes. Na een diner aan de Mekong Rivier even heen en weer naar het busstation om de reis van de volgende dag te regelen. Vervolgens terug naar een westerse bar aan de Mekong om wat cocktails te proeven tijdens het nog steeds voortdurende happy hour. Teruglopend naar het hotel niet de korstste weg genzomen, maar dzat lag njiet ann de cjocktails.

Foto: Golden Stupa te Vientiane.
12 December: naar Phonsavan. Bus in, bus uit. Keer drie. Het verkoudheidsvirus (had ik in Hongkong) was eindelijk bij Bas aanbelandt. De Lonely Planet zei over Phonsavan: “In December and January it’s cold, most tourist will wear a sweater”. Hierbij een waarschuwing voor het relatief ongezellige stadje van 60.000 inwoners. “Maar tja, daar kwam de toerist hier toch niet voor.” Ansich klopt dat, maar ook al kom je overdag voor de beroemde ‘Fields of Jars’, dan is het toch ook best fijn om ’s avonds op een gezellige locatie ergens te dineren. Half 10 te bedde, in de ‘most quiet room’.

13 December: en om 6 uur dus wakker, door ook hier overijverige hanen en een buurman die zo nodig een tweede verdieping op z’n kippenhoek moest timmeren (B: ze hebben hier geen kippenhokken ?, K: jij maakte deze opmerking…). Vervolgens dan maar naar het ontbijt plekje waar het ‘jongleursconventie gevoel’ de overhand nam. Zeer rustig, stel enigszins alternatieve mensen rondom een kampvuurtje met een kop thee. Bij het vuur was een klein aapje in een kooitje half afgedekt met een deken. Goed, waarom komt iedereen naar dit plaatsje…(behalve dat je vanaf hier naar Vietnam kan over land)? De kruiken. Er liggen hier overal kruiken en men weet totaal niet waarom. De velden met kruiken liggen rondom Phonsavan (straal circa 40km) en er is ook een bouwplaats met half afgemaakte kruiken gevonden. Veel kleinere kruiken zijn door verzamelaars meegenomen maar er liggen er toch nog een paar honderd. Er zijn verschillende ‘sites’ met kruiken. Site 1 is de grootste en heeft 250 kruiken van 600kg t/m 6 ton. Er zijn twee paviljoens met toiletten gebouwd voor het bezoek van de Thaise kroonprins. Site 3 bevat naast 150 kruiken een kerkhofje met restanten van Boeddha’s afbeeldingen die in de oorlog zijn verwoest. Wij hebben dit niet echt gezien, op 1 afbeelding na. Bij site 3 moet je eerst nog even 1,5 km erheen lopen door mooi landschap.



Foto: nieuwe tempel in Vientiane


Overal zie je bomkraters. (Dit ‘achterland’ van midden-noordelijk Vietnam is in de Vietnam oorlog meermalen kamerbreed gebombardeerd door de VS. Toen ze alles overniew moesten bouwen hebben ze de nieuwe provincie hoofdstad maar aan de doorgaande weg gelegd. De oude hoofdstad is een ruine. Potentieel overal ligt nog onontplofde clustermunitie.) Lopen mag alleen tussen de witgeverfde stenen en niet voorbij de rood geverfde kant: dit is niet mijnvrij gemaakt. Toen door naar de Chinese markt welke ongelijk is aan een Chinese markt. We hebben wel leuke Indonesische overhemden gezien. Overigens is de munteenheid kip in Laos. En die zijn net zo erg als lires. Maar je kan er wel 70000 tegelijk van pinnen en dan zit je portemonnee weer vol. De koeien hier lopen vrij rond, evenals vele honden dus. Verder zien we overal mensen in felle, mooi uitgedoste, klederdracht iets overgooien. Dit blijkt een soort dating te zijn: hier kan je je man/vrouw leren kennen. De huizen zijn hier soms heel apart: heel hoog en smal, terwijl er genoeg ruimte is om een gewoon formaat huis te bouwen. Er zijn veel kleine kinderen op straat, op plaatsen die zodanig gevaarlijk in Nederland worden gevonden dat je je kind daar niet neer zet, ook niet met toezicht (op de trottoirrand van een B-weg bijvoorbeeld). Deze nacht bleek er een marathon demonstratie theekopje-roeren te zijn 5 meter van onze voordeur. Om 5:30 bleek de winnaar een haan.



Foto: Science museum

Reacties? Mail naar: Kirsten

Naar Vietnam...